maandag 13 mei 2013

200 jaar Kierkegaard (2)

At vove er at miste fodfæste et kort øjeblik - ikke at vove er at miste livet.

200 jaar Kierkegaard

Gerrit Glas

'Het zelf is een verhouding die zich tot zichzelf verhoudt en in dit zich tot zichzelf verhouden, verhoudt het zich tot iets buiten zichzelf.'

Søren Kierkegaard (1813-1855)


"Wat is een mens? Er zijn veel pogingen gedaan die vraag te beantwoorden, over het algemeen zonder veel succes. Wie Kierkegaards definitie volgt, snapt ook waarom die pogingen mislukten. Het 'zelf' is een onterechte verzelfstandiging. Het wezenlijke van de mens ligt niet in de aanwezigheid van een bepaalde eigenschap, maar daarin dat hij zich tot zichzelf verhoudt. En dat ik mij tot mijzelf kan verhouden wordt mogelijk gemaakt en gedragen door de verhouding tot de ander. Het mooie van zijn definitie is dat die open staat voor wat buiten mijzelf ligt. In onze tijd en cultuur lijkt die openheid te verdwijnen. Het 'zelf' is tot zelfstandige categorie uitgeroepen. Zelfverwerkelijking en zelfbeschikking zijn doel in zichzelf geworden. De wezenlijke verhouding tot de ander blijft uit beeld.
Onverbondenheid is een sleutelbegrip van deze tijd. Waar Kierkegaard de fundamentele openheid van het 'zelf' juist in stand houdt en erop wijst dat we aan onszelf niet genoeg hebben, geloven we nu dat wij alles wél 'zelf' in de hand hebben en dat alles alleen maar draait om beheersing en genot. Onze tijd is zelfgenoegzaam en narcistisch. Media suggereren dat het er niet toe doet wie je bent, maar hoe je overkomt. 'Ik ben toch wel een enorme sukkel als ik het niet red', zeggen ze dan als ze het in deze arena tegen anderen afleggen. Ze denken dat ze het allemaal zelf moeten doen. Het is natuurlijk krenkend om te ervaren dat je een ander nodig hebt, niet alleen als middel voor te bereiken doelen, maar om te kunnen bestaan. Toch lijkt mij dat een belangrijk besef.
Misschien is het een gevolg van de secularisatie dat wij de vanzelfsprekende binding met datgene buiten onszelf kwijt zijn. Wat je ziet, is een soort onvermogen om elkaar nog te bereiken. Veel mensen lijden eronder dat zij op een dieper niveau geen contact meer hebben met anderen. Niet alle psychiatrische problemen zijn levensproblemen, maar op de achtergrond spelen die wel vaak mee.
Ik denk niet dat er gemakkelijke antwoorden zijn, maar de eerste stap bestaat er wel uit dat je je bewust wordt van je eigen ellende. De essentie van het christelijk geloof is dat je die leegte of die ellende zelf niet kunt oplossen en dat je je desondanks aanvaard weet, door anderen en uiteindelijk door God. De christelijke traditie waar Kierkegaard zich bij aansluit, leert vanaf Augustinus dat we het niet aan onszelf te danken hebben dat ons tekort door God ongedaan wordt gemaakt. Dat heeft met liefde te maken, denk ik. Liefde is zichzelf wegschenken, niet iets doen waar je zelf beter van wordt, maar je bestaan aan een ander geven."
Yoram Stein

Uit: Trouw, 25-11-2002.

donderdag 2 mei 2013

"Kannten Sie den Toten?"

Vergangenes

»Kannten Sie den Toten?«

Horst Tapperts größte Rolle war der Totenkopf. Dieser Totenkopf hieß Derrick und war Kriminalkommissar in der gleichnamigen Fernsehserie, deren erste Folge Waldweg am 20. Oktober 1974 im ZDF gezeigt wurde. Derrick, so befand der 1923 geborene Schauspieler einmal, sollte »etwas von der absoluten Männlichkeit, von der Melancholie, der Verschlossenheit und dem Zynismus eines Humphrey Bogart haben«. Nun war Derrick kaum so lässig wie Bogarts Philip Marlowe, allein die Tränensäcke weisen ihn als schweren Melancholiker aus. Sein Verzicht auf Mimik erweckte den Eindruck innerer Abgestorbenheit. Wie vom Sterbebett aus besah Derrick die Fälle, die er lösen musste. Und wenn er die für ihn typische Frage »Kannten Sie den Toten?« stellte, dann schien ihn Wehmut zu befallen: Es war, als erkundige sich hier einer nach seinesgleichen. Gelegentlich ist das Waschbecken in der gekachelten Ecke seines Büros Nr. 316 im dritten Stock der Münchner Mordkommission zu sehen, vor dem sich Derrick nach durchwachten Nächten rasiert. Sonst sprießt nichts. Einzig der juvenile Partner Harry Klein (Fritz Wepper) ergänzt die Junggesellenmaschine mit seiner Ansprache: »Du, Stephan ...« – was nicht zwangsläufig eine Gesprächseröffnung war. Aus Schweigen entsteht auch Nähe: Derrick zeigt den Männerbund in kleinstmöglicher Ausführung. Derrick lief bis 1998 in über 100 Ländern und machte Tappert zur Verkörperung des Deutschen in aller Welt. Von Herbert Reinecker, dem ersten Drehbuchautor der Serie, wusste man, dass er bei einer Propagandakompanie der Waffen-SS in Russland war und im April 1945 den allerletzten Leitartikel für die SS-Zeitung Das schwarze Korps geschrieben hatte. Seit letzter Woche wissen wir, dass auch der 2008 verstorbene Tappert der Waffen-SS angehörte: im Einsatz 1943 in Russland beim SS-Panzergrenadierregiment 1 »Totenkopf«.

RONALD DÜKER

In: Die Zeit, 2. Mai 2013